Het is tijd voor een nieuwe visie op het fenomeen ‘werk’

Ter gelegenheid van de dag van de arbeid wil ik een oproep doen aan een nieuw kabinet om werk te maken van het thema werk.  De huidige visie op hoe om te gaan met dit zo simpele, gangbare en veelbesproken concept, is danig aan een herziening toe.  Ik leg u graag uit waarom.

Werk is niet wat het geweest is

In rap tempo wordt ondernemend en ambtelijk Nederland gedigitaliseerd.  Waar voorheen de menselijke hand en oog essentieel waren voor procedures en handelingen in zowel het bedrijfsleven als de overheid, worden nu vele administratieve, controlerende en uitvoerende handelingen geautomatiseerd.  Onder andere door het toepassen van nieuwe technologieën die geheel nieuwe manieren van zakendoen mogelijk maken, neemt deze digitaliseringsslag momenteel een vlucht.  Denk bijvoorbeeld aan apps die ons toegang geven tot een wereld van producten en diensten, sensoren en robots die letterlijk taken uit onze handen nemen, en kunstmatige intelligentie die beslissingen kan nemen voor ons.  De opkomst en adoptie van sociale media en nieuwe technologie heeft een breed verspreide revolutie teweeggebracht in de moderne maatschappij.

Hierdoor verandert de aard van werk.  Kort gezegd: eenvoudig werk verdwijnt en ingewikkelder werk komt ervoor in de plaats terug.  Dit is in vele typen arbeid terug te zien – loodgieters en timmermannen hebben een eigen website, chauffeurs gebruiken boeking apps (of Uber), monteurs beginnen een servicebeurt door eerst een computeranalyse uit te lezen.  In de informatieverwerkende industrie is een transformatie gaande doordat bedrijven agile, scrum, lean en andere methodes en technieken toepassen om werk meer digitaal te laten verlopen.  Meer omzet per persoon, dus betere efficiency.

Hiermee zeg ik niet dat de werkloosheid toeneemt – wij zien in 2017 juist een daling doordat de aantrekkende economie meer werkgelegenheid schept in productie en transport terwijl verbeterde zorg een vraag genereert voor een moeilijk te automatiseren type arbeid.  Dit compenseert voor de aardverschuiving in ICT-intensieve sectoren zoals financiële dienstverlening.  Per saldo daalt de werkloosheid; maar dit creëert ook een probleem in een land met weinig mensen – wij komen mensen te kort.

In toenemende mate moet de mens zijn waarde bewijzen als dirigent van digitale hulpmiddelen – het informatieverwerkende aspect van werk speelt een grotere rol dan ooit tevoren.  Eisen aan de kwalificatie van werknemers nemen toe.  Werk is dus niet meer wat het geweest is.

Wij zijn ook niet wie wij geweest zijn

Tja – de mens staat ook niet stil.  Millenials komen op de arbeidsmarkt met een behoefte aan betekenisvol werk dat in hun leven past.  Dertigers en veertigers moeten bijleren om mee te gaan in de opbouwperiode van hun carrière.  Babyboomers worden ouder en willen met pensioen, maar vanwege hun verbeterde levensverwachting (en nieuwe AOW-wetgeving) moeten zij nu langer doorwerken – binnenkort tot hun 70ste.  De gemiddelde pensioenleeftijd steeg van 61 in 2006 tot 64,5 in 2015 mede door het verdwijnen van VUT-regelingen.  Voor het eerst komen er vier generaties tegelijkertijd op de werkvloer!  Dit is nogal wat.

Als vuistregel neemt de kans op een chronische ziekte boven de 35 jaar toe met de leeftijd.  Wij verwachten dat mensen tussen de 60 en 68 jaar oud blijven werken, terwijl zij ongeveer 60 tot 70% kans hebben op een chronische ziekte.  Werkgevers dienen medewerkers twee jaar lang door te betalen bij ziekte; dit maakt dat deze groep werkzoekenden aanzienlijk minder aantrekkelijk is om in vaste dienst te nemen.  Geen wonder dat de werkloosheid onder 55-plussers hoger is dan onder millenials.

Tevens is een significant deel van het arbeidsbestand nog niet volledig klaargestoomd voor werk in een digitaal tijdperk.  Dit komt omdat de snelheid van verandering in werk zo groot is, dat het aanbod dit niet bijbeent.  Opleiding en omscholing duurt lang terwijl bedrijven snel moeten schakelen om concurrerend te blijven.

Hoe moet het dan verder met het fenomeen ‘werk’?

Dit onderwerp is voor veel mensen een belangrijke reden om op een bepaalde politieke partij te stemmen, en daarom zou dit een hoofdthema moeten zijn voor een nieuw kabinet.

Wat adviseer ik in een nieuwe visie op werk?

Ik denk dat het huidige tijdperk weinig keus overlaat dan de volgende zaken systematisch op te pakken en enkele heilige huisjes af te breken:

  1. Verhoog flexibiliteit en mobiliteit van werk
    Vaste structuren voor werkgelegenheid, zoals voltijd werken en rechtszekerheid, zijn een bouwsteen van het heersende politieke dogma in Nederland. Arbeiders moeten volledig worden beschermd en dus ontstaat wetgeving die de huidige arbeidssituatie in juridisch beton giet.  Dit is een rem op de economie en staat vernieuwing in de weg.Tevens, als bedrijven meer wendbaar worden, willen zij juist sneller mensen anders inzetten dan voorheen – onze wetgeving moet dit mogelijk maken in plaats van dit verhinderen.De Wet Werk en Zekerheid is uitgelopen op een fiasco.  Een miljoen ZZP’ers zijn in onzekerheid over fiscale naheffingen terwijl zij ook geen sociale premies afdragen.  Onderzoek toont aan dat het effect averechts is – en vooral voor het MKB is het lastiger geworden om van mensen af te komen.  Dat klopt niet.  Werkgevers willen oudere werknemers niet aannemen vanwege verzuimrisico terwijl zij competenties en ervaring hebben die hard nodig is – ook dat klopt niet.  Startups kunnen moeilijk hoge salarissen betalen en willen medewerkers graag in aandelen belonen maar de fiscus acteert hier traag en star, wat de implementatie van een aandelen- of optieregeling ernstig vertraagt.  Allemaal hindernissen in de weg vooruit.Het eerste heilige huisje om af te breken is het dogmatisch denken over vaste arbeid!
  2. Stimuleer werkgevers om welzijn te bevorderen onder werknemers
    Veel medische aandoeningen ontstaan door situaties in ons werk en sociale leven. Hierin speelt een werkgever een belangrijke rol maar wil of mag hier nauwelijks in optreden.  Een medewerker met stress?  Obesitas?  Hart en vaatziekten?  Wat is de rol van een werkgever hierin?
    In Aziatische landen gaan men hier anders mee om.  Welzijn wordt door werkgevers actief bevorderd.  Waarom doen wij dit niet in het westen?  Wij vinden een sessie mindfulness onwennig en willen verbieden dat medewerkers bewegingssensoren dragen.  Hoe scheppen wij ruimte voor de werkgever om een zinvolle rol te nemen in onze gezondheid en welzijn?Het tweede heilige huisje om af te breken is het beeld dat een werkgever niet of slechts beperkt mag handelen naar het welzijn van haar medewerkers.
  3. Zorg voor toename van beschikbare en geschoolde werknemers

Wij leven in een klein landje met maar 17 miljoen mensen, met een beroepsbevolking van rond de 9 miljoen.  Met het aantrekken van de economie stijgt de vraag naar meer arbeid, en dat gaat klemmen.  Hoe lossen wij dit op?
Ten eerste kan bovengenoemde flexibilisering ervoor zorgen dat de juiste mensen bij de juiste banen terecht komen, maar dat biedt geen groei van de totale beschikbare capaciteit.

Vrouwen zijn een bron van arbeidscapaciteit.  De (netto) arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland is sinds 2008 blijven steken rond de 70% terwijl dit boven de 80% voor mannen ligt.  Hoe kunnen wij het aantrekkelijker maken voor vrouwen om (meer) deel te nemen in het arbeidsproces?  Kinderopvang, toegang naar managementfuncties, maatschappelijke verwachtingen rond kinderzorg of alimentatiewetgeving?  Dit blijft een maatschappelijk gevoelig thema.

Een andere bron van arbeid is migratie – een thema waar de populisten zich meester van gemaakt hebben – en een politieke gevoelig thema gezien de situatie Syrië en het gevaar van terrorisme. Desondanks ligt hier ook een oplossing voor het klemmende arbeidsaanbod.

Zo zijn er meerdere heilige huisjes die afgebroken kunnen worden wil de Nederlandse economie kunnen doorgroeien.  Er is veel hoogopgeleide arbeid beschikbaar in en rond Europa.

Ik stel voor om de rugwind van de economische groei, de kansen van de digitale economie en de formatie van een nieuw kabinet als unieke kans te pakken voor het afbreken van enkele heilige huisjes in Nederland, en het thema ‘werk’ voor Nederland te laten werken.